Osateron, een anti-androgeen steroïde, is geïndiceerd voor de behandeling van benigne prostaathypertrofie (BPH) bij mannelijke honden met als doel de grootte van de prostaat te verminderen en aldus de klinische symptomen te reduceren.
Osateronacetaat en zijn farmacologisch actieve metaboliet bezitten een krachtige progestagene en anti-androgene werking. Via diverse mechanismen remmen ze de effecten die ontstaan door een overmatige hoeveelheid testosteron, concurreren competitief met androgenen voor de receptoren in de prostaat en voorkomen dat testosteron de prostaat binnendringt. Osateronacetaat heeft eveneens een glucocorticoïde werking.
Osateronacetaat per os toegediend met het voedsel, wordt snel opgenomen (Tmax +/- 2 h) en ondergaat een eerste omzetting in de lever, ondermeer tot een farmacologisch actieve metaboliet. Osateronacetaat en deze metaboliet binden aan plasma-albumine (+/- 90% en 80% respectievelijk). Deze binding is omkeerbaar en wordt niet beïnvloed door andere stoffen waarvan bekend is dat ze specifiek aan albumine binden. Osateron wordt voornamelijk uitgescheiden met de feces (60%) en in mindere mate via de urine (25%). De uitscheiding gebeurt langzaam (T½ 80 h). Na herhaalde toedieningen van 0,25 mg/kg/dag osateronacetaat gedurende 7 dagen is de accumulatiefactor circa 3-4 zonder veranderingen in het absorptie- of uitscheidingspercentage. Vijftien dagen na de laatste toediening is de gemiddelde concentratie in het plasma ongeveer 6,5 mcg/l.
Honden met stress of hypoadrenocorticisme, en honden met leverproblemen: zie Voorzorgen voor gebruik.
Een tijdelijke toename van de eetlust komt zeer vaak voor. Een tijdelijke verandering van het gedrag, zoals een activiteitstoe- of afname, of socialer gedrag, komt veel voor. Andere reacties, zoals tijdelijk braken en/of diarree, polyurie/polydipsie, lethargie of feminisatiesyndroom, inclusief hyperplasie van de melkklieren treden niet vaak op. Een tijdelijke afname van cortisol in het plasma doet zich bij de meeste behandelde dieren voor. Tijdens klinische onderzoeken, werd de behandeling met het diergeneesmiddel niet onderbroken en alle honden genazen zonder een specifieke therapie.
Bij honden met BPH die gepaard gaat met prostaatontsteking kan het product gelijktijdig worden toegediend met antibacteriële middelen.
Bij honden met een leverstoornis moet behoedzaam worden opgetreden aangezien de veiligheid van het product bij deze honden niet grondig is onderzocht en aangezien tijdens klinisch onderzoek de behandeling van een aantal honden met een leverstoornis tot een omkeerbare toename van ALT en ALP heeft geleid. Cortisolconcentraties in het plasma kunnen tijdelijk afnemen; dit kan enkele weken na de toediening aanhouden. Bij honden met stress (bv. na een operatie) of met hypoadrenocorticisme dient goed toezicht te worden gehouden. Het is eveneens mogelijk dat de reactie op een ACTH stimulatietest wordt onderdrukt gedurende enkele weken na de toediening van osateron.
Bij vrouwelijke laboratoriumdieren veroorzaakte osateronacetaat ernstige negatieve reacties op de voortplantingsfuncties. Vrouwen op vruchtbare leeftijd vermijden best dit product aan te raken of dragen wegwerphandschoenen bij het toedienen van dit product.
Sommige klinische studies bij mannelijke honden toonden een reductie van het aantal zaadcellen aan zonder schadelijke invloeden op de kwaliteit van het sperma. In andere studies werden dan weer geen wijzigingen in de kwaliteit van het semen vastgesteld.