Farmacotherapeutische info

Spasmolytica

UPDATED
datum meest recente update: 13-10-2025
Groep
Spasmolytica
Actief bestanddeel
hyoscine
Indicatie

Hyoscine kan toegediend worden aan paarden, runderen, schapen en varkens voor de behandeling van koliek of als hulpmiddel bij ingrepen waarbij er een verminderde peristaltiek van de maag-darmtractus of minder contracties van de urinewegen vereist zijn.
Hyoscine in combinatie met metamizol, kan als spasmolyticum worden toegediend aan jonge kalveren met diarree. Het nut van spasmolytica bij diarree is echter omstreden. Bij het paard met koliek wordt deze combinatie gebruikt voor haar spasmolytische en analgetische eigenschappen. Bij de hond wordt ze aangewend bij urogenitale of gastro-intestinale krampen, bij diarree en bij braken.

Farmacodynamie

Hyoscine of scopolamine is een natuurlijk alkaloïde met een remmende werking op de ganglionaire en postganglionaire muscarinerge en nicotinerge receptoren waardoor een spasmolytische werking ontstaat op de gladde spieren van het spijsverteringsstelsel, de galwegen en het urogenitaalstelsel. Als butylbromide diffundeert hyoscine niet of slechts in zeer geringe mate de bloed-hersen barrière waardoor er geen werking op het centraal zenuwstelsel te verwachten is.
Bij een paard met gastro-intestinale koliek zal de pijn in het algemeen binnen de 15 minuten na een intraveneuze injectie verdwijnen. Afhankelijk van de toedieningsweg houdt het klinische effect bij het paard 4 tot 6 h aan. Meestal is een éénmalige toediening voldoende. Gezien de werkingsduur en de intensiteit van dit preparaat mag de toediening slechts gebeuren na het vaststellen van een precieze diagnose.
Metamizol behoort tot de NSAID’s en is antipyretisch en analgetisch. De ontstekingsremmende werking treedt pas op bij hogere dosissen. In tegenstelling tot de meeste andere NSAID’s bezit metamizol eveneens een spasmolytische werking.

Farmacokinetiek

Butylhyoscine wordt na intramusculaire injectie snel geabsorbeerd en passert niet of slechts in zeer geringe mate de bloed-hersen barrière. Na metabolisatie gebeurt de uitscheiding met de urine en in mindere mate met de feces.
Zie ook metamizol.

Contra-indicatie

Glaucoom, constipatie (mechanische obstructie), paralytische ileus en hartpathologieën zijn een contra-indicatie voor het gebruik van hyoscine. Derivaten van pyrazolon zijn niet aangewezen om te worden gebruikt bij hart-, lever- of nierinsufficiëntie, hematologische aandoeningen of bij maagulcera.

Bijwerkingen

Het anticholinergicum kan parasympathicolytische symptomen (tachycardie) veroorzaken. Neostigmine wordt gebruikt als antidoot. Door remming van de darmmotiliteit kan bij het paard koliek ontstaan. In het combinatieproduct met metamizol kan het pyrazolonderivaat neurologische stoornissen veroorzaken die symptomatisch behandeld moeten worden.

Interacties

Hyoscine versterkt de werking van bèta-adrenergica en kan de werking van andere geneesmiddelen zoals digoxine verstoren. Andere anticholinergica kunnen de werking van hyoscine versterken. Gelijktijdige behandelingen met parasympaticolytica dienen te worden vermeden.
Gelijktijdige toediening van het combinatieproduct hyoscine en metamizol met glucocorticoïden verhoogt het risico op gastro-intestinale bloedingen. Metamizol kan de diuretische werking van furosemide reduceren. Combinatie met neuroleptica (fenothiazines) verhoogt het risico op ernstige hypothermie. Antihistaminica, atropine, neuroleptica, fenothiazines en tricyclische antidepressiva kunnen de werking van hyoscine versterken.

Voortplanting & lactatie

Gebruiken volgens baten/risico-analyse.

Diergeneesmiddelen