Farmacotherapeutische info

Viraal hemorragisch syndroom

UPDATED
datum meest recente update: 04-06-2025
Groep
Vaccins konijn
Indicatie
vaccinatie
Actief bestanddeel
rabbit hemorrhagic disease virus RHDV type 1
rabbit hemorrhagic disease virus RHDV type 2
Inleiding

Het viraal hemorragisch syndroom wordt veroorzaakt door het Rabbit Hemorrhagic Disease virus (RHD-virus, familie Caliciviridae, genus Lagovirus). Dit zeer besmettelijk virus verspreidt zich door direct contact tussen konijnen of indirect via urine, uitwerpselen, water, voedsel, stekende insecten of andere mechanische vectoren zoals kleding, handen of hokken.
Van dit virus zijn twee varianten bekend: het RHD1- en het RHD2-virus. RHD2 werd eerst in Frankrijk waargenomen (2010) maar is ondertussen ook in de meeste andere West-Europese landen met inbegrip van België, vastgesteld. RHDV2 verschilt genetisch en antigenetisch zodanig van het klassieke RHDV dat er tussen deze beide varianten geen kruisbescherming optreedt.
Een RHDV2-infectie verschilt met het klassieke RHDV-infectie. RHDV2 heeft een langere incubatietijd (3 à 5 dagen), een sterker variabele mortaliteit (5 à 70 %, gemiddeld 20 %), een breder gastheerspectrum (soms ook bij bepaalde hazensoorten vastgesteld) en een lagere leeftijdsresistentie (dieren jonger dan 15 dagen zijn resistent, dieren ouder dan 2-3 weken zijn gevoelig).
Bij beide infecties sterven de meeste dieren zonder voorafgaande symptomen (peracute vorm). In de acute vorm (vooral bij RHDV2) vertonen de dieren benauwdheid, hoge koorts (>40 °C), bloedingen en zenuwverschijnselen vlak voor ze sterven. Vooral bij RHD2 kan er in een klein aantal gevallen een meer chronisch ziektebeeld gezien worden met gewichtsverlies, lethargie, icterus en sterfte na 1 à 2 weken. Sporadisch, en vooral bij RHDV2, overleven konijnen de infectie en vertonen dan een zeer hoge seroconversie.
Bij tamme konijnen kan de ziekte ingeperkt worden door vaccinatie in combinatie met preventieve hygiënemaatregelen en quarantaine van verdachte gevallen en dieren die met (vermoedelijk) zieke dieren of gestorven dieren in contact kwamen. De ruimtes waarin deze dieren verbleven moeten grondig gereinigd en gedesinfecteerd worden. Voeder (groenten, vers gras, hooi of kuil) dat mogelijks in contact kwam met wilde konijnen moet worden vermeden. Naast het voorzien van een goede insectenbestrijding, moet vermeden worden om het virus via kleding, schoeisel of andere mechanische verctoren in de stal te brengen.

Vaccin
  • Bivalent geïnactiveerde vaccin met RHDV1 en RHDV2
  • Een combinatievaccin tegen myxomatose en RHDV type 1 en 2. Dit vaccin bevat 2 myxomatosevirusstammen waarvan de ene stam RHDV type 1 en de andere stam type 2 tot expressie brengt. Zie ook Myxomatose.
  • Een vaccin op basis capsideproteïnes VP60 van het RHDV2-virus die in staat zijn om virus like particles te vormen door auto-assemblage. Deze VLP's kunnen de cel niet infecteren maar zijn wel immunogeen en beschermen zowel tegen RHDV1 als RHDV2.
Bescherming

Deze vaccins zijn bestemd voor actieve (en, naargelang het vaccin, passieve) immunisatie van konijnen om sterfte als gevolg van RHDV1 en/of RHDV2 te verminderen. Er is geen kruisbescherming tussen de RHDV1 en RHDV2 aangetoond.

Diergeneesmiddelen

  • Filavie
    rabbit hemorrhagic disease virus RHDV type 1, rabbit hemorrhagic disease virus RHDV type 2
    konijn niet-voedselprod, konijn voedselprod [injectie]
  • Intervet Int
    myxomavirus, rabbit hemorrhagic disease virus RHDV type 1, rabbit hemorrhagic disease virus RHDV type 2
    konijn niet-voedselprod, konijn voedselprod [injectie]
  • Hipra
    rabbit hemorrhagic disease virus RHDV type 1, rabbit hemorrhagic disease virus RHDV type 2
    konijn niet-voedselprod, konijn voedselprod [injectie]

In dezelfde Farmacotherapeutische groep