Dit artikel werd aangepast op 4 juni 2025 naar aanleiding van de publicatie van een ‘nieuwe’ lijst van essentiële stoffen voor paardachtigen die op 21 mei 2025 van kracht werd (Uitvoeringsverordening (EU) 2025/901).
De wetgevende basis en de URL’s naar de lijst met essentiële stoffen voor paardachtigen werden in dit artikel aangepast.
Bij het toedienen van een geneesmiddel aan voedselproducerend paarden (en in ruimere zin paardachtigen) (VPP) moet een wachttijd gerespecteerd worden.
De wachttijd is de periode na de toediening van het geneesmiddel waarin de producten van het paard (het vlees of de melk) niet mogen aangeboden worden voor menselijke consumptie.
De SKP/bijsluiter van een diergeneesmiddel voor voedselproducerende paarden (VPP) beschrijft de kenmerken en het gebruik van het diergeneesmiddel en vermeldt de wachttijd die na de toediening van het diergeneesmiddel gerespecteerd moet worden.
Wanneer een geneesmiddel toegediend wordt onder de voorwaarden van de cascade en de bijsluiter/SKP geen wachttijd voor VPP vermeldt, moet de dierenarts, op eigen verantwoordelijkheid, zelf een gepaste wachttijd bepalen (Verordening EU 2019/6 art. 115). Hiervoor kan het schema in tabel 1 gebruikt worden.
Vuistregel: alle farmacologisch actieve stoffen dienen toegelaten te zijn voor toediening aan voedselproducerende dieren voor de betreffende weefsels (Verordening EU 37/2010) of voorkomen op de lijst van essentiële stoffen voor paardachtigen (Uitvoeringsverordening (EU) 2025/901).
Indien de actieve substanties niet mogen toegediend worden aan een VPP en men wenst het toch toe te dienen, dan dient de dierenarts het statuut van het paard te wijzigen naar niet-voedsel producerend paard.
Tabel 1 geeft een schematisch overzicht van de verschillende factoren waarmee de dierenarts rekening moet houden om de wachttijd te bepalen voor VPP.
In de e-learning “Wachttijden bepalen voor voedselproducerende paarden - MedicatieQuiz” kan u zelf aan de slag om de wachttijden te bepalen voor VPP.
Tabel 1: Schematisch overzicht om de wachttijd te bepalen voor voedselproducerende paarden (VPP) - Update 06/2025
Ga in de 2de kolom naar het type geneesmiddel dat u wil toedienen, controleer de SKP/bijsluiter en zo nodig de voorwaarden voor de cascade en bepaal de wachttijd op basis van de informatie in de 3de kolom.
Stoffen voor het opwekken van actieve of passieve immuniteit (in vaccins of antisera), of bepaalde andere stoffen zoals stamcellen, zijn steeds toegelaten om aan VPP te worden toegediend (EMA).
Zie ook verder onder ‘Nuttige links’ voor de reglementering voor de identificatie en registratie van paardachtigen en het ‘paardenpaspoort’.
* De zgn. MRL-symbolen worden op deze website vermeld naast de naam van elk diergeneesmiddel en geven een indicatie of het diergeneesmiddel op basis van zijn actieve stoffen mag toegediend worden aan voedselproducerende paarden (of paardachtigen):
diergeneesmiddel mag toegediend worden aan voedselproducerende paarden (en aan voedselproducerende dieren)
diergeneesmiddel mag toegediend worden aan voedselproducerende paarden (maar niet aan andere voedselproducerende dieren)
diergeneesmiddel mag niet toegediend worden aan voedselproducerende paarden (en ook niet aan andere voedselproducerende dieren)
Nuttige links
Reglementering voor de identificatie en registratie van paardachtigen:
- FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu: Reglementering identificatie paardachtigen
- Belgische Confederatie van het paard, vzw
Bronnen
- Nieuwe regels voor de cascade van toepassing vanaf 28/01/2022
Verordening (EG) Nr 470/2009 voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong - EMA website: Maximum Residue Limits met de List of biological substances considered as not requiring an MRL evaluation as per Regulation (EU) No. 2018/782
- Verordening (EU) Nr 37/2010 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (Tabel 1 met toegelaten stoffen en Tabel 2 met verboden stoffen)
- Uitvoeringsverordening (EU) 2025/901 met de lijst van stoffen die essentieel zijn voor de behandeling van paardachtigen