Naargelang het diergeneesmiddel, behandeling van
- congestief hartfalen door cardiomyopathie of klepinsufficiëntie (mitralis, tricuspidalis).
- gedilateerde cardiomyopathie in het preklinische stadium bij dobermann pinschers na echocardiografische bevestiging van de hartaandoening.
- myxomateuze mitralisklepdegeneratie (MMVD) in het preklinische stadium (asymptomatisch met een systolische hartruis en met aantoonbare cardiomegalie)
Pimobendan wordt een inodilator genoemd omdat deze stof zowel een positief inotrope werking, als een perifere vasodilaterende werking heeft. Het positief inotroop effect ontstaat door een verhoogde affiniteit van de myocardvezels (troponine C) voor intracellulair calcium en door inhibitie van fosfodiësterase. De contractiliteit van het hart wordt op die manier verhoogd zonder de energie- en zuurstofbehoefte te verhogen aangezien pimobendan het intracellulair calciumgehalte niet verhoogt. Perifeer, in de gladde spiercellen van zowel arteries als venen, inhibeert pimobendan fosfodiësterase. Dit veroorzaakt een afname van het intracellulair calcium met vasodilatatie als resultaat. De verlaging van de voor- en nabelasting van het hart enerzijds en de verhoging van de contractiliteit van het myocard anderzijds, hebben een gunstig hemodynamisch effect zonder een verhoogde energieconsumptie van het myocard.
De positief inotrope werking van pimobendan treedt op gedurende 8 tot 12 h na orale toediening.
De biologische beschikbaarheid bedraagt in dat geval 60 tot 63 %. Deze vermindert aanzienlijk wanneer de toediening tijdens of kort na het eten plaats vindt.
De plasma-eiwitbinding bedraagt gemiddeld 93 %.
Pimobendan wordt voornamelijk door de lever gemetaboliseerd. De eliminatiehalfwaardetijd bedraagt 0,4 h en die van de belangrijkste actieve metaboliet 2 h. De uitscheiding gebeurt nagenoeg uitsluitend via de feces.
- hypertrofische cardiomyopathie of klinische toestanden waar een verhoging van het systolisch volume niet mogelijk is door functionele of anatomische redenen (bv. aortastenose)
- hypotensie, hypovolemie, hyponatriëmie, acuut nierfalen of ernstig leverlijden
Zeldzame (> 1 en < 10 /10.000 dieren):
- dosisafhankelijk geïnduceerd, matig positief chronotroop effect
- braken
- voorbijgaande diarree, anorexia of lethargie
- bij chronische behandeling van honden met een mitralisklepaandoening kan een toename van de mitralisklepregurgitatie worden waargenomen
Zeer zeldzame (< 1 /10.000 dieren):
- petechiën op slijmvlies-membranen, onderhuidse bloedingen (verdwijnen wanneer de behandeling wordt stopgezet)
Pimobendan kan bij de hond worden toegediend samen met andere geneesmiddelen die gebruikt worden voor de behandeling van hartinsufficiëntie.
Zijn inotroop effect wordt verminderd door calciumantagonisten verapamil en diltiazem en door de bèta-antagonist propranolol.
- Bewaak de hartfunctie en -morfologie bij behandelde dieren.
- De diagnose van het preklinische stadium van gedilateerde cardiomyopathie of van myxomateuze mitralisklepdegeneratie moet gebaseerd zijn op een uitgebreid hartonderzoek.
- Bij chronische nierziekte wordt aanbevolen de hydratatiestatus van de hond te controleren voor de therapie wordt gestart en tijdens de therapie het plasmacreatinine en de erythrocytentelling in het bloed te monitoren.
- Bij toediening van pimobendan aan diabetische honden moet de bloedsuikerspiegel nauwgezet worden gevolgd.
- Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij toediening van pimobendan aan honden met een ernstige leverinsufficiëntie.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient:
- Accidentele ingestie door personen, in het bijzonder door een kind, kan tachycardie, orthostatische hypotensie, rood worden van het gezicht en hoofdpijn veroorzaken.
Pimobendan kan bij drachtige of lacterende teven enkel worden gebruikt wanneer de therapeutische voordelen opwegen tegen de risico's.