Het toedienen van sporenelementen, zoals mangaan, koper, selenium en zink, is bedoeld om klinische of subklinische deficiënties te corrigeren die kunnen optreden tijdens de kritieke fasen van de productie- of voortplantingscyclus.
Systematische toediening van sporenelementen dient echter te worden vermeden en hun gebruik moet gebeuren met een duidelijk vooropgesteld therapeutisch doel, waarbij rekening wordt gehouden met de dagelijkse behoeften en met de aanvoer van deze stoffen via de voeding. Overdosering van bepaalde mineralen, zoals koper, kan leiden tot intoxicatie.
Lichte pijn tijdens en tot 8 uur na de injectie en zwelling op de injectieplaats die enkele dagen kan aanhouden, komen vaak voor (1 à 10/100 behandelde dieren).
Enkel voor subcutane toediening, niet intramusculair toedienen.
Het hoge gehalte aan selenium in dit preparaat kan na injectie bij mensen leiden tot toxische verschijnselen (maagdarm- en neurologische symptomen, misselijkheid, braken, vermoeidheid en prikkelbaarheid).
Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om zelfinjectie of injectie van andere personen te vermijden: werk niet alleen, voorzie een veilig injectiesysteem en fixeer de dieren.
Consulteer een arts bij zelfinjectie of injectie van andere personen. Na gebruik meteen de handen wassen.