Net zoals voor de vitaminen geldt ook voor de mineralen dat een systematische toediening dient te worden vermeden en dat hun gebruik moet gebeuren met een duidelijk vooropgesteld therapeutisch doel, waarbij rekening wordt gehouden met de dagelijkse behoeften en de aanvoer van deze stoffen via de voeding. Overdosering van bepaalde mineralen zoals ijzer, koper en calcium, kan leiden tot intoxicatie.
Ijzer wordt gebruikt ter preventie en behandeling van anemie in het bijzonder bij biggen. Injecteerbare preparaten van ijzer in combinatie met dextraan stellen het ijzer na injectie progressief vrij. Ijzer kan eveneens gefixeerd zijn op polymeren (polymaltose). Injectie van ijzer kan leiden tot locale oedemateuze reacties ter hoogte van de injectieplaats en kan een verkleuring van het vlees veroorzaken te wijten aan de aanwezigheid van hemosiderine. Deze verkleuring kan nog aanwezig zijn tot op het moment van de slachting. Bij biggen werden reeds dodelijke gevallen vastgesteld na ijzerdextraan-injectie. Deze gevallen trof men voornamelijk aan bij biggen met een predispositie voor degeneratieve musculaire aandoeningen en waarvan de zeugen werden gevoederd met een rantsoen dat een hoog gehalte aan geoxideerde vetten bevatte. De predispositie voor degeneratieve spierletsels zou te wijten zijn aan een vitamine-E-tekort. In het algemeen is er een groter gevaar voor toxische nevenwerkingen bij het gebruik van injecteerbare preparaten dan bij het gebruik van orale preparaten. Naast levernecrose kan een overmaat aan ijzer leiden tot twee verschillende syndromen. Een eerste syndroom wordt gekenmerkt door een ernstige depressie, shock en acidose. Bij het tweede syndroom treedt een subacute anafylactische reactie op.