L. OLSÉN, C. INGVAST-LARSSON, H. BROSTRÖM, P. LARSSON, H. TJÄLVE Clinical signs and etiology of adverse reactions to procaine benzylpenicillin and sodium/potassium benzylpenicillin in horses Journal of Veterinary Pharmacology and Therapeutics Vol. 30 Issue 3 Page 201 June 2007
Zweedse onderzoekers beschrijven de symptomen bij 59 paarden waarvan bijwerkingen werden gemeld na de injectie van benzylpenicilline (procaïne of natrium- of kaliumbenzylpenicilline) en gaan bij 29 van deze paarden na of er een verband is tussen een lagere plasma-esterasespiegel en een verhoogde kans op het ontstaan van deze bijwerkingen.
Bij de onderzochte paarden vertoonden twee paarden reacties bij iv injectie van natrium- of kaliumbenzylpenicilline, de overige paarden reageerden na een im injectie met procaïnebenzylpenicilline (PBP). Op basis van de symptomen (urticaria en dyspnee), besloten de onderzoekers dat in de twee eerste gevallen en in een aantal (n=3) gevallen in de groep met paarden die met PBP werden behandeld, de reacties waarschijnlijk te wijten zijn aan een allergische reactie. De reacties bij het merendeel van de paarden behandeld met PBP kunnen omschreven worden als neurologische symptomen (abnormale bewegingen en abnormaal gedrag) die tijdens of onmiddellijk na de injectie optraden. Deze symptomen zijn vergelijkbaar met de reacties die gezien worden na iv toediening van procaïne aan paarden.
Procaïnebenzylpenicilline dissocieert in het plasma tot vrij procaïne en benzylpenicilline. Vervolgens wordt procaïne in het plasma door de aanwezige esterasen gemetaboliseerd tot niet-toxische metabolieten. Wanneer de esterase-capaciteit van het plasma wordt overstegen, kunnen er toxische symptomen ontstaan. Tijdens dit onderzoek werd bij 29 paarden die reageerden op de behandeling met PBP, een lagere esterase-activiteit vastgesteld dan bij de paarden uit de controlegroep (17 paarden die zonder problemen met PBP behandeld werden). De onderzoekers vermoeden dat het risico van deze bijwerkingen door procaïne toeneemt wanneer er ter hoogte van de injectieplaats door herhaalde injecties een sterk gevasculariseerde granulomateuze ontsteking ontstaat waardoor de kans dat tijdens de im-injectie er toch een vene aangeprikt wordt en het geneesmiddel in de algemene circulatie komt, verhoogt. Bovendien blijkt uit andere onderzoek dat herhaalde procaïne-injecties de gevoeligheid van het zenuwstelsel voor procaïne zou kunnen doen verhogen.