Folia Veterinaria

Europese antibioticaverkoop in diergeneeskunde neemt met meer dan 40% af tussen 2011 en 2020

datum publicatie: 24-12-2021
Actief bestanddeel
penethamaat
fenoxymethylpenicilline
procaine benzylpenicilline
ampicilline
amoxicilline
doxycycline
oxytetracycline
chloortetracycline
sulfamiden
cefquinome
ceftiofur
cefovecine
colistine
danofloxacine
enrofloxacine
marbofloxacine
pradofloxacine
Topics
Antibiotica
Rapporten

Het elfde verslag van de European Surveillance of Veterinary Antimicrobial Consumption (ESVAC) bevat gegevens over de verkoop van antimicrobiële stoffen voor diergeneeskundig gebruik bij voedselproducerende dieren in 31 Europese landen voor de periode 2019 en 2020 (EU/EEE-landen en Zwitserland). Voor niet-voedselproducerende dieren vermeldt het rapport enkel de verkoopcijfers van antimicrobiële producten die als tablet oraal toegediend worden en waarvan dus kan worden aangenomen dat ze uitsluitend aan gezelschapsdieren worden toegediend. Het rapport beschrijft eveneens de veranderingen in de verkoop van veterinaire antimicrobiële stoffen voor de jaren 2010-2020.

In de EU is het gebruik van antimicrobiële stoffen als groeibevorderaar sinds 2006 verboden. Daarom hebben de gegevensreeksen die aan de ESVAC zijn verstrekt, uitsluitend betrekking op de verkoop van antimicrobiële stoffen die als diergeneesmiddel vergund zijn. Er wordt ook op gewezen dat in alle deelnemende landen antimicrobiële stoffen alleen op voorschrift verkrijgbaar zijn.

In 2020 bedroeg de totale antibioticaverkoop in de diergeneeskunde (antibiotica voor voedselproducerende dieren en gezelschapsdieren) 5.577,8 ton (België: 182,6 ton).  De verkoop van tabletten bedraagt slechts 1,3% van dit totaal (België: 1,2%).

In de verkoop voor 2020 van antibiotica voor voedselproducerende dieren, uitgedrukt in mg/PCU1, werd een groot verschil waargenomen tussen de landen met de hoogste en de laagste verkoop variërend van 2,3 mg/PCU tot 393,9 mg/PCU (België: 103,4 mg/PCU). In 2020 bedroeg de mediaanwaarde 51,9 mg/PCU.
Penicillines (31,1%), tetracyclines (26,7%) en sulfonamiden (9,9%) waren in 2020 goed voor 67,7% van de totale antibioticaverkoop in de 31 landen. In België bedroeg het aandeel in de verkoop van deze klassen resp. 42,5%, 20,5% en 16,6%.
De voor de menselijke geneeskunde kritische antibiotica2 bedroegen in 2020 iets minder dan 6% van de totale verkoop: 0,2% voor de 3de en 4de generatie cefalosporines, 2,6% fluoroquinolones, 0,2% andere quinolones en 2,8% polymyxines. In België bedroeg het aandeel in de verkoop van deze kritische antibiotica resp. 0,1%, 0,3%, 0,5% en 1,6%.

De productvormen die geschikt zijn voor groepsbehandeling van voedselproducerende dieren bedroegen 86,9% van de totale verkoop (orale oplossingen 57,0%, voormengsels 22,5% en orale poeders 7,4%). Het aandeel van de verkoop van voor groepsbehandeling geschikte productvormen in de totale verkoop varieerde aanzienlijk tussen de landen: van 1,3% tot 96,1%. In België is het globale aandeel van deze productvormen in de totale verkoop vergelijkbaar met het Europees gemiddelde doch met een lager percentage van voormengsels waarvan de verkoop iets minder dan 10 % bedroeg. Van de productvormen bestemd voor de behandeling van individuele dieren (13,1% van de totale verkoop in alle landen) kwam 12,0% van de verkoop voor rekening van injecteerbare producten, 0,7% door intramammaire producten en 0,4% door orale pasta's, bolussen en intra-uteriene producten.

Gebaseerd op de gegevens van de 25 landen die input hebben geleverd voor de volledige periode 2011-2020 (waaronder België), lag de totale verkoop van veterinaire antibiotica bestemd voor voedselproducerende dieren in 2020 43% lager dan in 2011 (van 161,4 mg/PCU in 2011 naar 91,6 mg/PCU in 2020). In België bedroeg deze daling 57,5% (van 179,9 mg/PCU naar 103,4 mg/PCU).
Een belangrijke afname was ook zichtbaar in de verkoopcijfers van de voor de mens kritische antibiotica: cefalosporines van 3de en 4de generatie: -32,8% (van 0,24 mg/PCU tot 0,16 mg/PCU), polymyxines: -76,5% (van 10,98 mg/PCU tot 2,58 mg/PCU), fluoroquinolonen: -12,8% (van 2,53 mg/PCU tot 2,21 mg/PCU) en andere quinolones: -85% (van 1,07 mg/PCU tot 0,16 mg/PCU).
In 2020 werd er voor al deze 25 landen samen echter een stijging geregistreerd van bijna 6% in de totale verkoop van antibiotica voor voedselproducerende dieren ten opzichte van 2019 (86,6 mg/PCU in 2019 vs. 91,6 mg/PCU in 2020).

Verschillen tussen de 31 landen in gerapporteerde verkoop (mg/PCU) en in verkooppatronen zijn waarschijnlijk deels te wijten aan verschillen in het vóórkomen van bacteriële ziekten, in de samenstelling van de dierpopulatie en in de productiesystemen. Voorts zijn er aanzienlijke verschillen wat betreft de richtsnoeren voor het voorschrijven, de behandelingen en de dagelijkse doses van de verschillende antimicrobiële stoffen en farmaceutische vormen. Ook factoren eigen aan verschillen in de nationale organisatie van de rapportering in de verschillende landen kunnen de verkoopcijfers vertekenen.

Het rapport benadrukt dan ook dat de in dit verslag gepresenteerde gegevens niet mogen worden gebruikt voor een rechtstreekse vergelijking tussen landen zonder onder meer rekening te houden met de bovengenoemde verschillen en dat veranderingen die voor bepaalde landen in de loop der tijd zijn waargenomen, met de nodige voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd.

Krachtens Verordening (EU) 2019/6 art. 57 wordt de rapportage van verkoop- en gebruiksgegevens voor antimicrobiële stoffen op termijn bij alle dieren een wettelijke verplichting voor de EU-lidstaten en het EMA. De nieuwe voorschriften zullen gelden voor gegevens vanaf 2023.


Bron:

European Medicines Agency, European Surveillance of Veterinary Antimicrobial Consumption, 2021. ‘Sales of veterinary antimicrobial agents in 31 European countries in 2019 and 2020’. (EMA/58183/2021) (https://www.ema.europa.eu/documents/report/sales-veterinary-antimicrobial-agents-31-european-countries-2019-2020-trends-2010-2020-eleventh_en.pdf


Notes

  1. Er wordt een populatiecorrectie-eenheid (PCU) toegepast als benadering voor de omvang van de voedselproducerende dierenpopulatie (inclusief alle paarden). De belangrijkste indicator die in dit verslag wordt gebruikt om de verkoop van antimicrobiële VMP's uit te drukken, is het aantal milligrammen verkochte werkzame stof per populatiecorrectie-eenheid - mg/PCU.

  2. Cefalosporines van 3de en 4de generatie, polymyxines, fluoroquinolones en andere quinolones. Deze klassen omvatten antimicrobiële stoffen die worden gebruikt voor de behandeling van ernstige infecties bij mensen die worden veroorzaakt door bacteriën die resistent zijn tegen de meeste andere antimicrobiële behandelingen. Bij dieren wordt het gebruik van deze antibiotica beperkt om hun doeltreffendheid te behouden en het risico voor de volksgezondheid te beperken, zoals aangegeven in de indeling in categorieën van de ad hoc deskundigengroep voor antimicrobieel advies (AMEG).