Folia Veterinaria

Is het selectief behandelen van klinische mastitis bij melkkoeien een goed idee?

datum publicatie: 28-04-2023
Doeldier
rund melkprod
Indicatie
mastitis
Antibiotica - bacteriële infectie
Actief bestanddeel
cloxacilline
cefazoline
cefalexine
cefapirine
cefquinome
cefoperazon
ampicilline
lincomycine
procaine benzylpenicilline
neomycine (framycetine)
kanamycine
prednisolon
amoxicilline
clavulaanzuur
Topics
Antibiotica
Mastitis
Systematische review

Voor u gelezen in:
Selective treatment of nonsevere clinical mastitis does not adversely affect cure, somatic cell count, milk yield, recurrence, or culling: A systematic review and meta-analysis (
De Jong et al. 2023)a

Klinische mastitis is op melkveebedrijven een belangrijke oorzaak van een hoog antibioticagebruik.

Ondanks de grote kans op een spontane genezing bij gramnegatieve of cultuur-negatieve mastitis, worden in de regel alle koeien met klinische mastitis systematisch behandeld met een antibioticum (1). Een selectievere aanpak waarin klinische mastitis enkel wordt behandeld wanneer de kans op een spontane genezing klein is, biedt mogelijkheden om het antibioticagebruik op het bedrijf te reduceren.

Bij het selectief behandelen van niet-ernstige gevallen van klinische mastitis (melkafwijkingen en symptomen ter hoogte van de uier) worden sneltesten voor kiemgroei gebruikt om binnen de 24 h een indicatie te hebben over de mastitisverwekker (2). Op basis van die resultaten wordt beslist om de koe wel (indien grampositieve mastitisverwekker) of niet (indien gramnegatieve mastitisverwekker of geen groei) met een antibioticum te behandelen. De sneltesten kunnen zowel op het melkveebedrijf, als in de dierenartsenpraktijk worden uitgevoerd. In het behandelingsprotocol kan eventueel rekening gehouden worden met bijkomende factoren zoals mastitishistoriek en celgetal (SCC).

In elk geval moet met een selectief behandelingsprotocol het risico dat een koe niet behandeld wordt terwijl ze er wel bij gebaat zou zijn, zo klein mogelijk zijn en moeten de prestaties op het gebied van uiergezondheid vergelijkbaar zijn met systematische mastitisbehandelingen.

Het onderzoek

De Jong en collega’s (2023) onderzochten met een systematische review en meta-analyse of de selectieve behandeling van niet-ernstige, klinische mastitis van melkkoeien resulteerde in vergelijkbare gezondheidsuitkomsten, d.w.z. dat deze niet slechter (of niet-inferieur) zouden zijn dan bij de systematische behandeling.

Deze gezondheidsuitkomsten werden onderzocht: klinische genezing, bacteriologische genezing, nieuwe intramammaire infecties (IMI), celgetal (SCC), melkgift, recidieven en ruiming.

Vier wetenschappelijke databanken werden doorzocht voor gepubliceerde artikelen sinds 2010, ook de conferentieverslagen van de National Mastitis Council en de American Dairy Science Association werden doorzocht.

De artikels werden door twee personen beoordeeld op basis van de populatie, interventie, vergelijking, uitkomsten en opzet van de studie. Uiteindelijk werden dertien studies geselecteerd, die 97 melkveebeslagen omvatten.

De resultaten

De resultaten van de systematic review en meta-analyse waarin de selectieve versus systematische behandeling van klinische mastitis werden vergeleken door De Jong en collega’s (2023), worden in Tabel 1 samengevat.

Tabel 1

In de meeste studies waarop deze systematische review en meta-analyse zijn gebaseerd, was de randomisatie niet optimaal waardoor bias niet kan worden uitgesloten. Dit zou volgens de auteurs waarschijnlijk alleen van invloed zijn op subjectieve uitkomsten zoals klinische genezing, recidieven en ruiming van dieren.

Deze systematische review en meta-analyse leveren het bewijs dat klinische mastitis selectief kan worden behandeld zonder nadelige gevolgen voor de verschillende uiergezondheidsparameters, waaronder bacteriologische en klinische genezing, nieuwe intramammaire infecties, celgetal, melkgift en incidentie van recidieven of ruiming.

Andere factoren zoals ondermeer de kosten van de toegevoegde arbeid voor het nemen en onderzoeken van melkstalen, beschikbaarheid en prijs van snelle diagnostische testen of de geschatte reductie van het antibioticagebruik werden in deze systematische review niet onderzocht.

Op welke manier selectief behandelen van mastitis op Belgische melkveebedrijven mogelijk is en wat de impact is op het antibioticumgebruik, de uiergezondheid en de melkproductie wordt momenteel onderzocht in een 4 jaar durend VLAIO LA-project.


a. De Jong E, Creytens L, De Vliegher S, McCubbin KD, Baptiste M, Leung AA, Speksnijder D, Dufour S, Middleton JR, Ruegg PL, Lam TJGM, Kelton DF, McDougall S, Godden SM, Lago A, Rajala-Schultz PJ, Orsel K, Krömker V, Kastelic JP, Barkema HW. Selective treatment of nonsevere clinical mastitis does not adversely affect cure, somatic cell count, milk yield, recurrence, or culling: A systematic review and meta-analysis. J Dairy Sci. 2023 Feb;106(2):1267-1286. doi: 10.3168/jds.2022-22271. Epub 2022 Dec 19. PMID: 36543640. pdf

Het volgende artikel over dit onderwerp vindt u misschien ook interessant:

Invited review: Selective treatment of clinical mastitis in dairy cattle. pdf (3)

 

Referenties in deze tekst:

  1. Ruegg, P. L. 2018. Making antibiotic treatment decisions for clinical mastitis. Vet. Clin. North Am. Food Anim. Pract. 34:413–425. https: / / doi .org/ 10 .1016/ j .cvfa .2018 .06 .002.

  2. Ruegg, P. L. 2021. What is success? A narrative review of research evaluating outcomes of antibiotics used for treatment of clinical mastitis. Front. Vet. Sci. 8:639641. https: / / doi .org/ 10 .3389/ fvets .2021 .639641.

  3. de Jong E, McCubbin KD, Speksnijder D, Dufour S, Middleton JR, Ruegg PL, Lam TJGM, Kelton DF, McDougall S, Godden SM, Lago A, Rajala-Schultz PJ, Orsel K, De Vliegher S, Krömker V, Nobrega DB, Kastelic JP, Barkema HW. Invited review: Selective treatment of clinical mastitis in dairy cattle. J Dairy Sci. 2023 Apr 18:S0022-0302(23)00182-0. doi: 10.3168/jds.2022-22826. Epub ahead of print. PMID: 37080782.