Farmacotherapeutische info

Nicotinezuurderivaten en fenamaten

UPDATED
datum meest recente update: 12-12-2024
Groep
NSAID's
Indicatie
analgesie - pijn
ontsteking
koorts
Actief bestanddeel
flunixine
tolfenaminezuur
Indicatie

Flunixinemeglumine en tolfenaminezuur zijn sterke antiflogistica en krachtige analgetica bij viscerale pijn.
Flunixine vertoont een remmende werking op de effecten van endotoxines van E. coli.
Tolfenaminezuur kan toegediend worden aan katten in tegenstelling tot flunixine en vele andere NSAID’s die bij de kat toxisch zijn. Naargelang de indicaties dient de posologie aangepast te worden, hiervoor wordt verwezen naar de respectievelijke bijsluiters/SPK’s.

Farmacokinetiek

Ondanks de korte eliminatiehalfwaardetijd van flunixinemeglumine (1,5 tot 2,5 h bij het paard en ongeveer 4 h bij de hond) is de werkingsduur voldoende lang, zodat één toediening per 24 h volstaat. Het is aanbevolen de behandelingsduur te beperken tot 5 opeenvolgende dagen.
Het pour-on geneesmiddel met flunixine voor het rund heeft een lage biologische beschikbaarheid en bezit een plasma-eliminatie halfwaardetijd van 7-8 h. Een hogere omgevingstemperatuur versnelt de absorptie doorheen de huid.
Tolfenaminezuur wordt sterk gebonden aan plasma-albumine (> 97% bij het rund, 92% bij de hond; 87% bij het paard). In de aanbevolen dosering en in functie van de toedieningswijze bedraagt de eliminatiehalfwaardetijd 8 tot 15 h bij het rund, 3 tot 5 h bij het varken en 5 tot 7 h bij de hond. De biologische beschikbaarheid van tolfenaminezuur kan verhoogd worden door toediening met het voeder waardoor de enterohepatische recirculatie wordt verhoogd.

Contra-indicatie

Flunixine niet toedienen aan katten en schapen.

Bijwerkingen

Flunixine en tolfenaminezuur zijn, in vergelijking met andere NSAID’s, relatief veilig te gebruiken, al kunnen de klassieke bijwerkingen optreden in het bijzonder bij hogere dosissen en langere behandelingen.

Voorzorgen voor gebruik

Karkassen van voorheen behandelde dieren mogen niet als voedsel ter beschikking gesteld worden (bewust of accidenteel) aan wilde of gedomesticeerde dieren.

Voortplanting & lactatie

De veiligheid van flunixine werd niet voor alle producten en/of diersoorten bepaald. 
Sommige producten kunnen toegediend worden tijdens de dracht bij runderen en zeugen - tenzij de laatste 48 h voor de partus en slechts binnen de eerste 36 h na de partus - en aan fokberen. 
Voor andere producten met flunixine is de veiligheid tijdens de dracht niet bepaald en wordt in de bijsluiter/SKP verwezen naar foetotoxische effecten van flunixine bij proefdieren met een verlenging van de drachtduur. Foetotoxische effecten zouden volgens de productinformatie van nog een ander product te wijten zijn aan de hulpstof N-methylpyrrolidon. 
Flunixine niet gebruiken bij drachtige merries, fokhengsten en -stieren.

Het gebruik van tolfenamzuur bij ratten en konijnen leidde niet tot teratogene afwijkingen. 
Het gebruik van tolfenamzuur bij honden en katten wordt afgeraden tijdens dracht en lactatie. 
Bij runderen en varkens kan tolfenamzuur op basis van een baten/risicobeoordeling worden toegediend. Vertraging van de partus is mogelijk.

Diergeneesmiddelen