Sofie F.M. Bhatti, Luisa De Risio, Karen Muñana, Jacques Penderis, Veronika M. Stein, Andrea Tipold, Mette Berendt, Robyn G. Farquhar, Andrea Fischer, Sam Long, Wolfgang Löscher, Paul J.J. Mandigers, Kaspar Matiasek, Akos Pakozdy, Edward E. Patterson, Simon Platt, Michael Podell, Heidrun Potschka, Clare Rusbridge and Holger A. Volk
De voorbije jaren werd in ons land het aantal diergeneesmiddelen voor de behandeling van epilepsie bij de hond vergroot.
De vragen waarop de Taskforce Veterinary Epilepsy een antwoord tracht te vinden zijn:
- wanneer moet een behandeling gestart worden,
- met welk diergeneesmiddel wordt gestart,
- welke bijkomende anti-epileptische geneesmiddelen kunnen aanbevolen worden en
- wanneer moet overwogen worden om de behandeling te herzien?
De Taskforce geeft in haar aanbevelingen een overzicht van het doel van een anti-epileptische behandeling, wanneer een langdurige behandeling gestart moet worden en bespreekt de huidige geneesmiddelen die voor de hond beschikbaar zijn.
De voorgestelde consensus voor de farmacotherapeutische behandeling is
- gebaseerd op de huidige evidence-based literatuur,
- houdt rekening met het huidige wettelijk kader i.v.m. het cascadegebruik van geneesmiddelen en
- houdt rekening met de ervaring van de auteurs.
Deze aanbevelingen trachten een consensus aan te bieden over de behandeling van idiopathische epilepsie bij de hond. Bovendien kan deze informatie over de anti-epileptische middelen nuttig zijn als onderdeel van de behandeling van structurele epilepsie.