Folia Veterinaria

Opletten met therapietrouw bij epilepsiepatiënten

datum publicatie: 13-04-2021
Doeldier
hond
Indicatie
epilepsie
Actief bestanddeel
fenobarbital
imepitoïne
kaliumbromide
Topics
Epilepsie
Farmacovigilantie

Bij de behandeling van honden met idiopathische epilepsie is een uitstekende therapietrouw van de eigenaar essentieel om ervoor te zorgen dat de therapie zo effectief mogelijk is om het risico op aanvallen te verminderen en, idealiter, te voorkomen. Slechte therapietrouw maakt het voor de dierenarts moeilijk om een onderscheid te maken tussen echte en pseudo-refractaire epilepsie en kan leiden tot onnodige veranderingen van de medicatie, polytherapie en/of het geven van hogere dosissen, met een hogere incidentie van bijwerkingen zoals ataxie en sedatie tot gevolg. Daarbij komt dat een hogere frequentie van epilepsieaanvallen onnodige stress veroorzaakt bij de hond en bij de eigenaar tot een grotere emotionele belasting leidt. Bovendien zou uit onderzoek blijken dat 40% van de honden waarbij de epilepsieaanvallen slecht gecontroleerd kunnen worden, uiteindelijk geëuthanaseerd wordt (1). 

Een retrospectief onderzoek (1) uitgevoerd in drie dierenartsenpraktijken in het Verenigd Koninkrijk, beoordeelde over een periode van 2 jaar de therapietrouw van de eigenaars van 94 honden met idiopathische epilepsie. Hiervoor werd nagegaan of de eigenaar van het dier het aantal tabletten anti-epileptica dat volgens de voorgeschreven dosis werd afgeleverd, ook werkelijk aan de hond had toegediend in de periode tussen 2 bezoeken aan de dierenarts. De gemiddelde periode bedroeg 32 dagen (1-529 dagen). De therapietrouw werd berekend als het percentage van het aantal periodes zonder gemiste doseringen ten opzichte van het totaal aantal periodes. De studie toonde een algemene mediane therapietrouw van 56% aan. In de onderzochte groep was 1 op de 3 eigenaars ≥80% therapietrouw, terwijl 1 op 5 eigenaars 100% therapietrouw was. Wanneer de therapietrouw voor een bepaalde periode niet volledig was, miste de patiënt gemiddeld tijdens 6 dagen (0,11-519 dagen) een behandeling. Er werd geen significant verschil gezien tussen het aantal tabletten dat een patiënt per dag kreeg en de therapietrouw of tussen verzekerde en onverzekerde patiënten en de therapietrouw. Bij patiënten met polytherapie was er een hogere therapietrouw dan bij patiënten met een monotherapie (p = 0,031). Vooral dieren waarbij de aanvallen moeilijk onder controle te krijgen zijn, krijgen verschillende anti-epileptica. Volgens de auteurs van de studie zouden de eigenaars van deze dieren meer gemotiveerd kunnen zijn om de behandeling zo precies mogelijk uit te voeren dan eigenaars met honden waarbij de aanvallen beter onder controle zijn en soms voor langere duur afwezig zijn.

De auteurs van dit onderzoek richtten zich ook tot eigenaars die hun ervaringen met hun epileptische honden op online forums deelden. Deze eigenaars werd gevraagd om een online enquête in te vullen. De deelnemers in de enquête (229 respondenten) schatten hun therapietrouw relatief hoog in: alle deelnemers rapporteerden minstens 80% therapietrouw te zijn en 65% van hen rapporteerden de behandelingsvoorschriften 100% correct uit te voeren. De therapietrouw daalde wanneer er meerdere toedieningen per dag nodig waren. Er werd geen verband aangetoond tussen de therapietrouw en factoren zoals de aanvalsfrequentie, polytherapie, het totale aantal tabletten per dag, het aantal bezoeken aan de dierenarts, het aantal behandelende dierenartsen of de informatie die door de dierenarts aan de eigenaar werd gegeven. Opmerkelijk was dat 23% van de respondenten in de loop van de tijd het behandelingsprotocol al had aangepast zonder overleg met hun dierenarts.

De onderzochte therapietrouw van de eigenaars was in deze studie klein, terwijl de eigenaars in de enquête hun therapietrouw zelf hoger inschatten. De resultaten van deze studie over therapietrouw bij hondeneigenaars in de UK zijn niet noodzakelijk in dezelfde mate extrapoleerbaar naar Belgische hondeneigenaars. Toch moet de dierenarts geval per geval trachten in te schatten of therapietrouw een oorzaak is van therapiefalen of niet. Slechte therapietrouw kan resulteren in verlaagde plasmaconcentraties van anti-epileptica en hun effectiviteit verminderen, wat leidt tot doorbraakaanvallen en pseudo-refractaire epilepsie. Slechte therapietrouw bij de behandeling van epilepsie is een belangrijke factor waarmee rekening moet worden gehouden door de dierenarts bij het beoordelen van refractaire epilepsie.


Bron

  1. Booth S., Meller S., Packer R. M.A., Farquhar R., Maddison J.E, Volk H.A. Owner compliance in canine epilepsy. Veterinary Record 2021;e16. DOI: 10.1002/vetr.16