Triclabendazole behoort tot de groep van de benzimidazoles maar bezit een sterkere werking tegen immature en mature stadia van Fasciola hepatica en Fasciola gigantica. Triclabendazole heeft geen werkzaamheid tegen nematoden.
Het werkingsmechanisme van triclabendazole is niet volledig opgehelderd, maar waarschijnlijk werkt het in op de microtubuli. Triclabendazole inhibeert de proteïnesynthese ter hoogte van het tegument van de parasiet.
Na orale opname ondergaat triclabendazole een belangrijke first pass metabolisatie in de lever met vorming van sulfoxide- en sulfonemetabolieten. Beide metabolieten worden gezien als actieve substanties. De hoeveelheid triclabendazole die uiteindelijk in het plasma komt, is zeer gering. In tegenstelling met andere benzimidazoles binden de metabolieten van triclabendazole sterk aan plasma-albuminen met een lange halfwaardetijd en lange wachttijd tot gevolg. Het grootste deel van een orale dosis is na 6 tot 10 dagen met de feces uitgescheiden.
Geen bekend.
Bij orale toediening van de normale dosissen zijn geen noemenswaardige bijwerkingen te vermelden.
Geen bekend.
Het gebruik bij dracht en lactatie wordt niet afgeraden.