
Aanvullende informatie over mometason is aan dit artikel toegevoegd op 17 mei 2023.
De kracht van glucocorticoïden in preparaten voor gebruik op de huid, wordt soms verward met de kracht van deze preparaten. In een recent artikel in de Folia Veterinaria (Het gebruik van glucocorticoïden in de behandeling van acute otitis externa bij de hond en de kat) werd gewezen op de beperkte keuze aan dergelijke diergeneesmiddelen die vaak ook een antibioticum, antimycoticum en antiparasiticum bevatten. Om een ruimere keuze aan werkzame stoffen en hulpstoffen te hebben, moet de dierenarts - onder de voorwaarden van de cascade - zijn toevlucht nemen tot geneesmiddelen voor menselijk gebruik (www.bcfi.be) of magistrale bereidingen (Magistrale Therapeutische Formularium (MTF)); https://www.tmf-ftm.be/fr_FR/web/physician/ftm. De kracht van deze preparaten is één van de criteria die moeten worden geïntegreerd in de farmacotherapeutische besluitvorming.
Glucocorticoïden worden klassiek ingedeeld in drie categorieën op basis van de duur van hun werking en hun ontstekingsremmende kracht, d.w.z. de dosis die nodig is om een bepaald effect te bereiken. Met hydrocortison als referentiemolecule (1) is de volgorde van kracht als volgt:
- Kortwerkende (<24 h): hydrocortison (1), cortison (0,8), prednisolon (4), prednison (4), methylprednisolon (5)
- Gemiddelde werkingsduur (24h-48h): triamcinolon (5)
- Langwerkende (>48h): dexamethason (25), betamethason (25)
Dit betekent dat de ontstekingsremmende activiteit van 20 mg hydrocortison systemisch toegediend, ongeveer gelijk is aan:
- 5 mg prednison of prednisolon
- 4 mg methylprednisolon of triamcinolon
- 0,75 mg de betamethason of dexamethason.
Het gebruik van krachtige moleculen in hoge dosissen verhoogt het risico op bijwerkingen (zie Glucocorticoïden).
De werkingsduur wordt ter informatie gegeven en varieert naar gelang de dosis, de doelsoort en de toedieningsweg. Zij wordt aanzienlijk verlengd met enkele dagen of zelfs weken, wanneer de kinetische fase van de absorptie wordt vertraagd, bijvoorbeeld bij langwerkende geneesmiddelen die als een microkristallijne suspensie worden toegediend. Voor informatie over de werkingsduur moet de SPK/bijsluiters geraadpleegd worden.
Bij lokale toediening van een dermatologisch preparaat is een nauwkeurige controle van de dosis die op de ontstekingsplaats aangebracht wordt niet mogelijk. De intensiteit van het effect wordt voornamelijk bepaald door de aard van de werkzame stof en de concentratie daarvan in het geneesmiddel. De beschikbare preparaten voor menselijk gebruik worden volgens deze criteria in vier categorieën ingedeeld. Binnen elke categorie moet ook rekening worden gehouden met de invloed van de hulpstoffen; zalven zijn over het algemeen krachtiger dan crèmes of lotions (https://www.bcfi.be/nl/chapters/16?frag=13789).
Zeer krachtige geneesmiddelen bevatten zeer krachtige en sterk geconcentreerde werkzame bestanddelen. Door een vermindering van de concentratie van de werkzame stoffen en het gebruik van werkzame stoffen met een steeds lagere kracht, kan de kracht van de preparaten worden verminderd (zeer krachtig - krachtig - middelmatig krachtig - weinig krachtig).
Dermatologische zalven, oplossingen of crèmes met 0,1% mometasonfuroaat worden gecategoriseerd als de‘krachtige’ geneesmiddelen. De mometasonfuroaatconcentraties oplossingen en suspensies in diergeneesmiddelen voor in het oor, bedragen 0,09% of 0,22%, waardoor zij bij de krachtige tot zeer krachtige preparaten kunnen worden ingedeeld.
De indicatie voor een lokale behandeling moet correct worden beoordeeld, waarbij prioriteit moet worden gegeven aan etiologische behandelingen, waaronder antimycotische-, antiparasitaire en antimicrobiële behandelingen. De ontstekingsremmende werking van glucocorticosteroïden moet worden aangepast aan de ernst van de aandoening, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan minder krachtige preparaten die zo nodig worden aangepast aan de reactie van de ontstekingslaesie op de behandeling. De duur van de behandeling moet zo kort mogelijk zijn. Dit is des te belangrijker wanneer (zeer) krachtige preparaten worden gebruikt.
Voor de eerste behandeling wordt voor het minst krachtige geneesmiddel gekozen, dat doeltreffend wordt geacht tegen de ontstekingsverschijnselen. Als de aandoening onvoldoende onder controle is of snel terugkeert, wordt een krachtiger preparaat gebruikt. In geval van ernstige of aanhoudende symptomen kan het nuttig zijn enkele dagen te behandelen met een (zeer) krachtig preparaat en het dan geleidelijk af te bouwen tot een minder krachtig preparaat.
De risico’s op lokale (huidatrofie, infecties, vertraagde wondgenezing, pigmentveranderingen en alopecia) en systemische bijwerkingen (voornamelijk hormonale, foetale en hypothalamus-hypofyse-bijnierasdepressie) nemen toe naarmate de kracht van het preparaat en de duur van de behandeling toenemen. Bij een juiste selectie en een correcte toediening zullen de risico's tot een minimum beperkt blijven. Systemische effecten worden ook bevorderd door de uitgebreidheid van het te behandelen oppervlak en de aard van de laesies. Zo zal de transcutane absorptie verhogen bij beschadiging van de huidbarière. Bij onvoldoende respons moet altijd rekening worden gehouden met de mogelijkheid van allergische contactdermatitis veroorzaakt door het glucorticosteroïde zelf of door een excipiëns. Ook slechte therapietrouw moet worden overwogen.
Het abrupt staken van een langdurige behandeling, vooral na gebruik van (zeer) krachtige preparaten, kan leiden tot een lokaal rebound-effect. Dit kan leiden tot afhankelijkheid van corticosteroïden. In dit geval kan het raadzaam zijn de behandeling geleidelijk af te bouwen door de toepassingsfrequentie te verlagen of eventueel door over te schakelen op een minder krachtig preparaat.
De keuze van het excipiëns wordt voornamelijk bepaald door de aard van het letsel en kan de therapeutische werking en bijwerkingen aanzienlijk beïnvloeden. Bij gebrek aan prospectieve, klinische studies kan de volgende algemene informatie nuttig zijn om de keuze te maken:
- Een hydrofobe zalf (bijvoorbeeld witte vaseline) wordt beschouwd als het meest geschikte middel voor de behandeling van lichenoïde, keratose dermatoses, maar deze zalven voelen olieachtig aan.
- Een olie-in-water-emulsie wordt beschouwd als het meest geschikte middel voor de behandeling van acute en subacute dermatosen. Aan deze crèmes moeten conserveringsmiddelen worden toegevoegd, die sensibiliserend kunnen werken.
DMSO wordt in de diergeneeskunde vaak gebruikt als hulpstof voor paarden, hetzij alleen, hetzij in combinatie met andere ingrediënten. In het laatste geval is de beoogde functie van DMSO vaak die van oplosmiddel, om de andere ingrediënten door de huid te transporteren.