Cavia’s worden regelmatig aangeboden met aandoeningen die pijn veroorzaken zoals osteoartritis of tandproblemen of ondergaan routine-ingrepen zoals castratie die gepaard gaan met perioperatieve pijn.
Hoe beoordeel je als dierenarts pijn bij een cavia en beschik je over voldoende opties om bij deze dieren pijn adequaat te behandelen?
Evans & Benato (2025) onderzochten de wetenschappelijke literatuur om deze vragen te beantwoorden in een systematic review:
Evans & Benato. Pain management in pet guinea pigs (Cavia porcellus): a review of limitations of current knowledge and practice. Vet Anaesth Analg. 2025 Mar-Apr;52(2):145-152. doi: 10.1016/j.vaa.2024.11.042. Epub 2024 Nov 30. PMID: 39924411.
Hieronder bespreken we deze studie en haar belangrijkste resultaten.
Samenvatting
- Er zijn geen gevalideerde pijnschalen om pijn bij cavia’s te beoordelen.
- Toch moet je bij elk vermoeden van pijn de aanwezigheid ervan nagaan.
- Zowel de nood aan analgetica, als hun werking beoordeel je door wijzigingen in het gedrag en de houding van het dier vast te stellen. Zie Tabel 1.
- Er is onvoldoende onderzoek naar het gebruik van analgetica bij cavia’s.
- De keuze van analgetica, doseringen en doseringsintervallen zijn niet grondig onderzocht bij cavia’s. Dit zorgt voor onduidelijkheid omtrent de meest geschikte doseringen/doseringsintervallen. Zie Tabel 2.
- Onderdosering is een reëel risico bij cavia’s.
- Extrapolatie van doses voor honden of katten naar cavia’s kan in de praktijk leiden tot onderdosering.
- Farmacokinetisch onderzoek toont aan dat de voorgeschreven dosis van de diergeneesmiddelen met meloxicam vergund voor cavia’s waarschijnlijk subtherapeutisch zijn.
- Meld onvoldoende analgetische werkzaamheid bij het FAGG of de vergunninghouder.
- Ondanks de lacunes in de kennis over analgetica bij cavia’s, kan je als dierenarts jouw gebruik van analgetica bij cavia’s toetsen aan de huidige wetenschappelijke kennis die door Evans & Benato (2025) is verzameld.
De studie en haar resultaten
- De studie van Evans & Benato (2025) is gebaseerd op een systematisch literatuuronderzoek van 52 Engelstalige, peer-reviewed artikels die sinds 2000 gepubliceerd zijn.
- De auteurs stelden vast dat er geen gestandaardiseerde manier is om pijn bij cavia’s te beoordelen.
Gevalideerde pijnschalen voor cavia’s zoals die bestaan voor andere dieren zijn er niet. Als dierenarts (of eigenaar) moet je je dus baseren op bepaalde gedragswijzigingen en houdingen die kunnen wijzen op pijn zoals anorexie, lethargie, vocalisatie, tandenknarsen of andere weinig specifieke tekens van pijn. Tabel 1 geeft de uitgebreide lijst van deze tekens zoals vermeld door Evans & Benato (2025).
Observatie van cavia’s die als prooidieren pijn van nature zullen verbergen in aanwezigheid van mensen, gebeurt best vanop afstand.
Tabel 1: Indicatoren voor pijn in cavia's met referenties naar de literatuur zoals vermeld door Evans & Benato (2025).

- Analgetica zijn bij cavia’s niet grondig bestudeerd en hun doses kan naargelang de bron sterk verschillen.
Tabel 2 geeft een overzicht van de beschikbare studies met hun belangrijkste resultaten. De dosissen die in de wetenschappelijke literatuur zijn gepubliceerd (op basis van studies of anekdotische vermeldingen) en dosissen vermeld in de bijsluiter/SKP en geneesmiddelenformularia worden in deze tabel in afzonderlijke kolommen vermeld.
Evans & Benato (2025) citeren deze resultaten vaak zonder het type pijn dat behandeld wordt, te vermelden. Ze informeren ook niet over de grootte of het type studie (bv. klinische studies, observationele studies) en geven geen beoordeling van de wetenschappelijke waarde van de geciteerde studieresultaten.
Met de uitzondering van meloxicam worden al deze geneesmiddelen onder de voorwaarden van de cascade gebruikt. - Extrapolatie van doses voor honden of katten naar cavia’s zou in de praktijk kunnen leiden tot onderdosering omdat analgetische doses voor cavia’s die in de (beperkte) literatuur geciteerd worden, in het algemeen hoger liggen.
Voor het merendeel van de analgetica zijn er echter geen farmacologische studies bij cavia’s uitgevoerd. Echter, een farmacokinetische studie met meloxicam toont aan dat cavia’s meloxicam oraal minder goed absorberen dan andere huisdieren waardoor deze toedieningsweg waarschijnlijk minder aangewezen is. Bovendien metaboliseren cavia’s meloxicam sneller dan andere species. Op basis van resultaten van deze studie besluiten Evans & Benato (2025) dat de dosis voorgeschreven in de bijsluiter van het Britse diergeneesmiddel met meloxicam (orale dosis van 0,2 mg/kg op de eerste dag, gevolgd door 0,1 mg/kg/dag) waarschijnlijk subtherapeutisch is.
Evans & Benato (2025) besluiten dat door het gebrek aan robuuste, wetenschappelijke bewijzen er voor cavia’s geen duidelijke aanbevelingen kunnen worden gemaakt voor het gebruik van analgetica. Bovendien is volgens hen het ontwikkelen van instrumenten voor pijnbeoordeling essentieel zowel voor verder onderzoek naar het gebruik van analgetica bij cavia’s, als voor hun gebruik in de praktijk.
Tabel 2: Analgetica bij cavia’s: overzicht van de resultaten in de studies vermeld door Evans & Benato (2025). De moleculen die volgens Evans & Benato het vaakst gebruikt bij cavia’s worden met * aangeduid. De referenties in deze tabel, zijn terug te vinden in het artikel van Evans & Benato (2025).



Conclusie van het BCFI
- Een passende pijnbestrijding is belangrijk bij cavia's om het herstel na ziekte of chirurgische ingrepen te bevorderen en complicaties zoals gastro-intestinale stasis met eventueel fatale dysbacteriose te voorkomen.
Beoordelen van de pijn bij het dier, het gebruik van veilige en werkzame analgetica en het regelmatig controleren van de werking van het analgeticum na zijn toediening (zie Tabel 1), zouden dan ook bij cavia’s de standaard moeten kunnen zijn in de hedendaagse praktijk. - Alhoewel cavia’s geen uitzonderlijke patiënten zijn in de kleinehuisdierenpraktijk, is er voor deze diersoort maar één analgeticum, meloxicam, vergund. De dosis in de bijsluiters/SKP’s van Belgische diergeneesmiddelen met meloxicam voor cavia’s (1 x 0.2 mg/kg, gevolgd door 0.1 mg/kg/dag), is volgens Evans & Benato (2025) vermoedelijk subtherapeutisch. Ook al is dit wettelijk niet toegelaten, aanpassingen van deze voorgeschreven dosis gebeuren ook in de Belgische praktijk. Het is dan maar de vraag of deze aanpassingen tot een therapeutisch effect leiden. Moeremans et al. (2019) bereikten met een meloxicamdosis van 2 x per dag 1,5 mg/kg per os plasmaconcentraties die bij andere species therapeutisch zijn. Werkzaamheidsstudies zijn echter nodig om het therapeutisch effect van deze dosis te bevestigen. Daarnaast moet ook de veiligheid van deze dosering (onder meer voor maag en nieren) verder onderzocht worden.
Wanneer je vermoedt dat een diergeneesmiddel bij de voorgeschreven dosis onvoldoende analgetische werking heeft, kan je dit melden bij het FAGG of bij de vergunninghouder van het diergeneesmiddel. - Het wetenschappelijk bewijs voor het gebruik van analgetica bij cavia’s is te beperkt om robuuste aanbevelingen op te baseren.
Toch heeft deze studie de verdienste dat je als dierenarts jouw gebruik van analgetica bij cavia’s kan aftoetsen aan het beschikbare, zij het beperkte, wetenschappelijke bewijs. De auteurs geven echter geen beschrijving van het type studie, het aantal onderzochte dieren of van het evidentieniveau van de gerefereerde studies wat de interpretatie van de resultaten voor de praktijk bemoeilijkt en ons moet aanzetten tot de nodige voorzichtigheid.
Referenties
- Evans E, Benato L. Pain management in pet guinea pigs (Cavia porcellus): a review of limitations of current knowledge and practice. Vet Anaesth Analg. 2025 Mar-Apr;52(2):145-152. doi: 10.1016/j.vaa.2024.11.042. Epub 2024 Nov 30. PMID: 39924411.
- Moeremans I, Devreese M, De Baere S, Croubels S, Hermans K. Pharmacokinetics and absolute oral bioavailability of meloxicam in guinea pigs (Cavia porcellus). Vet Anaesth Analg. 2019 Jul;46(4):548-555. doi: 10.1016/j.vaa.2018.11.011. Epub 2019 Mar 23. PMID: 31153785.
Bijsluiter/SKP en EPAR van Metacam
- METACAM 0,5 mg/ml susp po katten en cavia's
- CVMP assessment report for a type II variation for Metacam (EMEA/V/C/000033/II/0127)